Bron; De Koepel informatiebrief 9 d.d. 25 maart 2023
Op 22 maart vond er weer een drukbezochte algemene vergadering van de Koepel Gepensioneerden plaats. Bijna 100 afgevaardigden (voor het merendeel fysiek aanwezig, maar deels ook online) verleenden het bestuur décharge voor het afgelopen jaar gevoerde (financiële) beleid en spraken hun waardering uit voor het gepresenteerde jaarverslag.
Maar de meeste belangstelling ging uit naar de gastspreker die de Koepel had weten te strikken: Ger Jaarsma, sinds bijna anderhalf jaar voorzitter van de Pensioenfederatie en door Koepel-voorzitter John Kerstens geïntroduceerd als ‘de laatste der Mohikanen als het erom gaat wie het op tv nog voor de nieuwe Pensioenwet durft op te nemen.’
Hoewel de heer Jaarsma aangaf zichzelf en de Pensioenfederatie als ‘neutraal’ te beschouwen, bleek uit zijn presentatie dat hij een warm voorstander van de nieuwe wet is.
In zijn ogen is die noodzakelijk, een stuk beter dan veel mensen denken en kunnen pensioenfondsen er goed mee uit de voeten. Die stellingname leidde (uiteraard) tot veel vragen en een geanimeerde discussie waarin weer eens bleek hoeveel pensioenkennis bij lidverenigingen van de Koepel aanwezig is.
De vergadering werd afgesloten door John Kerstens die de aanwezigen meenam in de lobby van de Koepel Gepensioneerden in de Eerste Kamer en de mogelijke invloed van de recente verkiezingen op de verdere behandeling van de nieuwe Pensioenwet.
Hoewel het nog steeds de bedoeling van coalitiepartijen is om over de wet te stemmen vóór de nieuwe Eerste Kamer is aangetreden en ook als dat niet lukt er nog steeds een (zij het fors kleinere) meerderheid in de Senaat te vinden is voor het aannemen van de wet, biedt de verkiezingsuitslag wel mogelijkheden om op voor gepensioneerden belangrijke onderwerpen (koopkracht, comfort bij invaren, zeggenschap) nog zaken te verbeteren. Daar zal de Koepel zich dan ook, in de woorden van Kerstens, ‘tot in de laatste minuut van de blessuretijd’ voor blijven inzetten.